Via allerlei zijsprongen, waar ik u verder niet mee zal vermoeien, kwam het volgende verhaal bij mij bovendrijven. Een ex-collega van mij houdt niet van sperciebonen. Toen hij trouwde kwamen er op een zeker moment, zoals het in een goede Hollandse Keuken betaamt, toch sperciebonen op tafel. Mijn collega was toen nog erg verliefd op zijn vrouw. Hij durfde haar daarom niet te vertellen dat hij helemaal niet van sperciebonen hield, ofschoon dat wel het allervieste voedsel was wat hij zich kon voorstellen. En dus at hij de sperciebonen op. Om de vieze smaak weg te nemen, bedekte hij de bonen met een dikke laag mosterd.
Regelmatig stonden er sperciebonen op het menu en iedere keer at de arme man ze op, doordrenkt in mosterd. Jaren later was er een feestelijke gebeurtenis. De vrouw wilde eens lekker koken voor haar man en vroeg hem wat zij moest maken. 'Ah, dat weet ik niet', zei de man. 'Ok, dan maak ik lekker sperciebonen voor je', zei de vrouw. 'Het is nu of nooit', dacht de man en hij zei: 'Nee, alsjeblieft niet, ik hou helemaal niet van sperciebonen!'.
'Hoe kan dat nou?', zei de vrouw, 'dat is je lievelingskostje toch, sperciebonen met mosterd...'
'Ja, die mosterd smeer ik er juist op omdat ik het anders niet door mijn keel krijg!', antwoordde de man.
En daarmee was vele jaren later een misverstand toch nog uit de weg geruimd.